Categorie: Terug naar toen (Pagina 1 van 2)

Opgroeien in Drouwenerveen, deel 7

Rini Hulshof neemt ons mee terug naar toen!
In korte verhalen laat hij ons zien hoe het dorp in de loop der jaren is veranderd, en komt hij steeds wat dichter bij het dorp zoals wij het nu kennen. Lees je mee

In de periode dat ik op de fiets naar de MAVO in Borger ging, krijg je toch iets minder mee van wat er allemaal veranderde in het dorp.

Wat ik mij nog wel heel goed kan herinneren was, dat als de aardappelen of andere gewassen weer gesproeid moesten worden van onze boeren, dat dit gebeurde met een sproeivliegtuigje. Wij als kwajongens gingen dan op de fiets naar het land waar er werd gesproeid en gingen dan in de sloot liggen of staan, dit vonden wij toen best wel spannend (achteraf niet zo slim, je ademde de sproeimiddelen natuurlijk wel in).

Dat wij destijds paasvuurbulten bouwden zonder hulp van heftrucks of ander mechanische  hulpmiddelen, nee het was destijds pure handkracht van de jeugd. Wij gingen langs de huizen in Drouwenerveen en vroegen vroegtijdig voor takken, hout en andere brandbare delen voor onze paasvuur.  Wij konden altijd een wipkar gebruiken van een van de boeren om het verzamelde hout of ander brandbare spullen naar de plaats van bestemming te brengen. Meestal gingen wij de paasvuurbult opbouwen aan de wijk/kanaal van boer boer Veltman, over de verharde weg was dit goed te doen, echter destijds was de achterweg nog niet verhard. We moesten met voldoende jongens zijn om de wipkar over de zandweg te duwen.  Dat de bult niet zo groot werd begreep iedereen wel. Het mooiste vonden wij toen dat de boeren af en toe wel eens een oude tractorband meegaven (wat een zwarte rook).

Dat de boer in kwestie soms zijn wipkar met oudjaarsavond kwijt was, dat was dan weer minder leuk voor hem. Deze stond dan geparkeerd op het dak van de lagere school, de wipkar kon je uit elkaar halen, in losse delen naar boven naar het dak brengen en op het dak weer in elkaar bouwen. In onze jeugdtijd was het normaal dat wij op oudjaarsavond gingen slepen, dat wil zeggen alles wat maar los stond bij huizen/boerderijen dat sleepten wij mee naar een andere plek. Als bepaalde landbouwwerktuigen vast aan de grond stonden doordat het had gevroren, liet een boer het nog wel eens staan, in de veronderstelling dat de jeugd het toch niet los zou krijgen. Echter met vereende krachten was er niets veilig. Eén keer hebben wij een complete EG los gekregen uit de vorst (meer dan een uur zweten)          meegenomen naar het café Herman de Ronde (later café De Vier Linden)

Kiepkar

Wordt vervolgd…

Opgroeien in Drouwenerveen, deel 6

Rini Hulshof neemt ons mee terug naar toen!
In korte verhalen laat hij ons zien hoe het dorp in de loop der jaren is veranderd, en komt hij steeds wat dichter bij het dorp zoals wij het nu kennen. Lees je mee

Na schooltijd gingen wij, Roelof en Elso Harders, Jan Luit, Tinus Zwiers, enz. enz., heel vaak vissen in het “diepie”, onder het bruggetje waar destijds Derk en Truida Jipping met dochter Tineke woonden, aan de Drouwenerstraat. Als wij dan weer van die “snotters” vingen, werden deze niet weer teruggezet in het water, dit waren lastige visjes. Als wij “gruntjes” vingen werden deze gebruikt om te tobbelen op snoek en grote baarzen. Ook vingen wij meunen, deze vissen zaten vaak onder de brug tussen de palen.

Michael en Niels Pomp, Rini Hulshof

Af en toe mocht ik even met Klaas Paas mee, hij viste met een koperdraadje, als er dan een snoek te zien was op de heldere zandgrond, dan ging hij heel voorzichtig met de lus van dit koperdraadje om de kop van de snoek heen en trok met een ruk het koperdraadje vast om de snoek (dit was natuurlijk stropen).

Nieuwe fiets

En dan komt er een moment dat je de lagere school verlaat, je krijgt een nieuwe fiets en je gaat de komende jaren op de fiets naar de MAVO school te Borger. Gelukkig gingen er al een paar oudere jongens, Lambert Eding en Hendrik Harders, naar Borger op de fiets dus ik hoefde niet alleen daarnaartoe te fietsen, want het was best wel een eind fietsen. Ik trof het direct in mijn eerste schooljaar, op 13 november 1972 was er een enorme storm, deze was dusdanig erg dat mijn vader besloot om ons in de auto, een DKW, naar Borger te brengen (dit was de eerste keer maar ook direct de laatste keer).

Ook toen ik zo’n jaar of twaalf was kon men al een patatje kopen het dorp, dit kon bij bar/cafetaria DiJa een druk bezocht cafetaria. Jan en Dina Stadman waren de uitbaters. Er werden zelfs al pop-concerten georganiseerd in de open lucht door Jan en Dina. Eén kan ik mij nog herinneren, dit was een optreden van “Yanky Doodle”, een lokale band uit Buinerveen.

Café DiJa

Wordt vervolgd.

Opgroeien in Drouwenerveen, deel 5

Rini Hulshof neemt ons mee terug naar toen!
In korte verhalen laat hij ons zien hoe het dorp in de loop der jaren is veranderd, en komt hij steeds wat dichter bij het dorp zoals wij het nu kennen. Lees je mee?

Wat ik mij nog goed kan herinneren, in de klassen 4, 5 en 6 van de lagere school, dat wij zelfs 3 dagen ergens naartoe gingen met de schoolreisjes. De ene was naar de omgeving van Amsterdam, de andere keer was naar een eiland, ik dacht Ameland en derde keer gingen wij naar Limburg.

Wat ik mij ook nog kan herinneren dat ik voor eerst televisie heb gekeken bij mevr. Kanning, mevr. Bouwina Kanning woonde aan de Hoofdstraat nr. 25, zij was de oma van Henk van der Scheer, destijds een kameraad van mij. Zoals u op de foto kunt zien had ook deze woning nog een regenput naast de woning, de meeste woningen hadden destijds een regenput.

Rini als Heintje

Iedereen kent tegenwoordig de Playback optredens, maar ik zeg nog wel eens dat heeft meester Jan Mein destijds uitgevonden, ik mocht namelijk op één van de jaarlijkse schooltoneelavonden als Heintje optreden. De zaal van café Luit was compleet uitverkocht, want Heintje kwam naar Drouwenerveen (ik was dan ook best wel trots dat ik deze rol mocht vervullen).

Trouwens de schooltoneelavonden werden altijd goed bezocht, er kwam toch zeker zo’n 70 tot 80 procent van de inwoners van het dorp naar deze voorstellingen. Ook de toneelstukken waren vaak een succes, zo kan ik mij nog een toneelstuk herinneren genaamd; “de nieuwe kleren van de Keizer”. Dit verhaal verteld dat de Keizer een gewaad wil hebben van een stof die niet bestaat. De keizer zou dus in z’n nakie moeten lopen, echter dit vond meester Mein iets te ver gaan, dat is een beetje aangepast. Een jaar later speelden wij een toneelstuk welke zich afspeelde in het bos, het verhaal ging over jagers, maar hoe dit precies ging weet ik niet meer.

Henk van der Scheer Rini Hulshof en Lambert Eding. Het meisje op de stoel Grietje Plat, uit Bronnegerveen. 

Zo zie je maar weer, Drouwenerveen heeft een rijke toneelgeschiedenis! En het toeval wil dat ook de toneelvereniging dit jaar haar 65 jarig jubileum viert!                                                                                                                                                                                          

Wordt vervolgd…

Opgroeien in Drouwenerveen, deel 4

Rini Hulshof neemt ons mee terug naar toen!
In korte verhalen laat hij ons zien hoe het dorp in de loop der jaren is veranderd, en komt hij steeds wat dichter bij het dorp zoals wij het nu kennen. Lees je mee?

De woningen werden destijds nog verwarmd met kolen, “eierenkolen”, briketten, “nootjes vier”, maar daarnaast ook nog met petroleum. Ik kan mij nog herinneren dat wij tegen de achtermuur aan de hoofdstraat nr.12 nog een petroleumvat hadden liggen. Zie op bijgaande foto aan de linkerzijde nog een petroleumvat. Deze foto is overigens genomen achter café Luit, Hoofdstraat 8.

Rini Hulshof en Jan Luit jr.

Wat mij in het voorjaar altijd opviel, dat, als er weer groenten moesten worden verbouwd in de moestuinen, men elkaar in zekere zin nodig was. De ene buurman had wel een aanaarder, die had Eppie Pomp (Eppie en Hennie waren in het huis komen wonen na Jannes en Griet Trip) en een andere buurman had wel een strepentrekker. Mijn vader had zo ook diverse gereedschappen wat weer werd uitgeleend aan de buren, zo leenden de buren de tuingereedschappen van elkaar. Bijna alle aanwonenden van de Hoofdstraat hadden een groentetuin. Op zeker moment kwam de Fam. Helderman naast ons wonen op Hoofdstraat nr. 10. Jan en Fien Helderman hadden zelfs een varken op ’t hok voor de slacht. Daar waren de meesten omwonenden minder blij mee, gezien de stank en ongedierte wat dit met zich mee bracht.

Toen wij overgingen van klas 3 naar klas 4 kwamen wij bij meester Mein in de klas, meester Mein was wel een strenge meester, maar toch mochten wij graag bij hem in de klas zitten. Ik kan mij nog herinneren dat hij van die bijzonder bloemen in de klas had waar een soort nectar van de bloemen afdroop. Ook kregen de jongens van de klas zo’n 4 keer per jaar de opdracht om naar de plaatselijk kruidenier, de heer Thale Ottens, te gaan om de heer Ottens mee te helpen het oud papier en karton samen te bundelen om dit klaar te maken om bij de weg te zetten als er oud papier werd gehaald. Daar mochten wij dan op de fiets naar toe.                                                                         

Ik heb het nog net mee mogen maken dat ik door mijn moeder met een lege trom naar Ottens werd gestuurd, om bijvoorbeeld suiker te halen. Volgens mij werd dat toen gewogen en werd het los in mijn trom weer meegegeven. De zelfde manier werd ook gehanteerd voor stroop en nog diverse andere producten kan ik mij herinneren.

Zuideind 23

Wordt vervolgd…

« Oudere berichten

© 2025 Dorpsportaal Drouwenerveen

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑