
Rini Hulshof neemt ons mee terug naar toen!
In korte verhalen laat hij ons zien hoe het dorp in de loop der jaren is veranderd, en komt hij steeds wat dichter bij het dorp zoals wij het nu kennen. Lees je mee
In de periode dat ik op de fiets naar de MAVO in Borger ging, krijg je toch iets minder mee van wat er allemaal veranderde in het dorp.
Wat ik mij nog wel heel goed kan herinneren was, dat als de aardappelen of andere gewassen weer gesproeid moesten worden van onze boeren, dat dit gebeurde met een sproeivliegtuigje. Wij als kwajongens gingen dan op de fiets naar het land waar er werd gesproeid en gingen dan in de sloot liggen of staan, dit vonden wij toen best wel spannend (achteraf niet zo slim, je ademde de sproeimiddelen natuurlijk wel in).


Dat wij destijds paasvuurbulten bouwden zonder hulp van heftrucks of ander mechanische hulpmiddelen, nee het was destijds pure handkracht van de jeugd. Wij gingen langs de huizen in Drouwenerveen en vroegen vroegtijdig voor takken, hout en andere brandbare delen voor onze paasvuur. Wij konden altijd een wipkar gebruiken van een van de boeren om het verzamelde hout of ander brandbare spullen naar de plaats van bestemming te brengen. Meestal gingen wij de paasvuurbult opbouwen aan de wijk/kanaal van boer boer Veltman, over de verharde weg was dit goed te doen, echter destijds was de achterweg nog niet verhard. We moesten met voldoende jongens zijn om de wipkar over de zandweg te duwen. Dat de bult niet zo groot werd begreep iedereen wel. Het mooiste vonden wij toen dat de boeren af en toe wel eens een oude tractorband meegaven (wat een zwarte rook).
Dat de boer in kwestie soms zijn wipkar met oudjaarsavond kwijt was, dat was dan weer minder leuk voor hem. Deze stond dan geparkeerd op het dak van de lagere school, de wipkar kon je uit elkaar halen, in losse delen naar boven naar het dak brengen en op het dak weer in elkaar bouwen. In onze jeugdtijd was het normaal dat wij op oudjaarsavond gingen slepen, dat wil zeggen alles wat maar los stond bij huizen/boerderijen dat sleepten wij mee naar een andere plek. Als bepaalde landbouwwerktuigen vast aan de grond stonden doordat het had gevroren, liet een boer het nog wel eens staan, in de veronderstelling dat de jeugd het toch niet los zou krijgen. Echter met vereende krachten was er niets veilig. Eén keer hebben wij een complete EG los gekregen uit de vorst (meer dan een uur zweten) meegenomen naar het café Herman de Ronde (later café De Vier Linden)

Wordt vervolgd…