- Opgroeien in Drouwenerveen, deel 3
Rini Hulshof neemt ons mee terug naar toen!
In korte verhalen laat hij ons zien hoe het dorp in de loop der jaren is veranderd, en komt hij steeds wat dichter bij het dorp zoals wij het nu kennen. Lees je mee?Op zekere leeftijd mogen de kleuters dan naar de lagere school in Drouwenerveen en niet meer met het busje naar Drouwen. Wij kwamen met z’n vieren in de eerste klas te zitten, een grotere klas heb ik ook nooit meegemaakt, altijd maximaal 4 kinderen in de klas.
In de klassen 1, 2 en 3 zaten wij bij juf Aaltje Kruit-Hoiting, voor zover ik het mij kan herinneren waren het leuke jaren met name de feestelijke gebeurtenissen kan ik mij nog vaag herinneren. We gingen natuurlijk op de fiets naar school en dat was als het ware een soort van ontdekkingsreis. Destijds waren er vele winkels aan de “kwartjeskant” van de Hoofdstraat. Ja, zo noemde men toentertijd de oneven zijde van de Hoofdstraat, wij woonden aan de “dubbeltjeskant”, de even zijde.
Als eerste in het rijtje was daar de Manufacturenwinkel op nr. 29 van Roelf en Pieterdina Stadman. Op nr. 27 was slagerij Valk gevestigd maar dat was ruim voor mijn tijd. Het huis op nr. 25 is destijds gebouwd voor onze schoolhoofd Dhr. en Mevr. Boonstra. Op Hoofdstraat nr. 23 was toen Landbouw en Mechanisatiebedrijf G. Zwiers gevestigd. Dan in het rijtje kan ik mij bakker Wander Wanders en zijn vrouw Nel nog goed herinneren, die woonden op nr. 19. Het waren altijd heerlijke geuren in het dorp als de bakker ’s morgens vroeg weer aan het bakken was, soms kon je wel een stukje kantkoek krijgen van de bakker, als hij goed gemutst was. Naast de bakker woonde op nr. 17 destijds de Fam. de Bie, Jan de Bie was graanhandelaar. Ik kan mij nog als de dag van gisteren herinneren dat Jan door een noodlottig ongeval in juli 1969 om het leven kwam. Naast Fam. de Bie was er op nr. 15 een verf- en behangzaak gevestigd van de Fam. Wessels. Op Hoofdstraat nr. 13 was, nog net voor ik mij kan herinneren, een schoenenzaak gevestigd van de Fam. Mulder. Bovenstaande rij middenstand was de reden van de benaming; “kwartjeskant”, het werd ook wel “ambachtstraatje” genoemd.
Toen wij kwajongens waren van een jaar of 8 mochten wij ’s avonds nog wel even bij onze kameraden spelen, soms gingen wij appeltjes plukken bij bakker Wanders in de tuin, uiteraard mocht dat niet. Op een zekere avond, het was volle maan, zaten wij in meerdere bomen, toen de Bakker buiten kwam in de tuin, hij had een kaal hoofd en je zag de maan glinsteren op z’n hoofd. Wij dachten dat hij ons niet zag maar hij bleef wel een hele tijd buiten staan, alsof hij wist dat wij er waren. Uiteindelijk zijn wij uit de bomen gesprongen en weggerend.
Ieder jaar gingen wij, mijn vader, moeder en broer op vakantie en wel naar Ommen, camping “de Woldhek”, daar waren wij als kind aan huis. Wij gingen vaak met 4 gezinnen en ik weet mij ervan te herinneren dat het altijd dolle pret was op de camping.
Wordt vervolgd.
- Opgroeien in Drouwenerveen, deel 2
Rini Hulshof neemt ons mee terug naar toen!
In korte verhalen laat hij ons zien hoe het dorp in de loop der jaren is veranderd, en komt hij steeds wat dichter bij het dorp zoals wij het nu kennen.
Lees je mee?In mijn derde levensjaar kwam ik ook voor het eerst in aanraking met heldere jenever, mijn opa dronk destijds altijd een borreltje met suiker en als mijn ouders hem dan uitlieten bij zijn vertrek zag ik mijn kans schoon en schepte het laatste beetje suiker uit het glaasje. Ik vond dat toen al best lekker. Ik was nog maar net 4 jaar geworden toen wij al weer gingen verhuizen. Mijn oom en tante (Ede en Weike Hulshof) woonden destijds op Hoofdstraat 12, de reden van de verhuizing was, dat mijn oom destijds bij de “werktuigenvereniging” werkte en dit bedrijf was gevestigd achter in de schuur van het pand waar wij woonden. Dus zij kwamen in onze woning, wij verhuisden naar nr. 12.
Op Hoofdstraat 14 woonden Jannes en Griet Trip, ik vond dit vreselijk enge mensen. De jaren dat wij naast deze mensen woonden kan ik mij herinneren als ietwat angstig, op zekere dag trok ik (ik was toen 5 of 6 jaar) de stoute schoenen aan en besloot in de aanval te gaan richting de buren. Ik had een PVC-buisje, die prikte ik in de zwarte grond en kon op afstand de ramen van de woning van Jannes en Griet raken. Dat liep niet goed af, mijn ouders kregen de politie op bezoek en natuurlijk mocht ik ook mijn verhaal doen, ik was doodsbang en kon er geen woord uitkrijgen.
Destijds werden wij nog gehaald met een busje en gingen wij naar de kleuterschool in Drouwen naar het “Meester Hekmanhoes”, voor zover ik mij kan herinneren gingen wij met 4 kinderen vanuit Drouwenerveen naar Drouwen. Dat waren Henk van de Scheer, Ina Trip, Gerda Veltman en ikzelf. Zie foto.
Wordt vervolgd.
- Opgroeien in Drouwenerveen, deel 1
Rini Hulshof neemt ons mee terug naar toen!
In korte verhalen laat hij ons zien hoe het dorp in de loop der jaren is veranderd, en komt hij steeds wat dichter bij het dorp zoals wij het nu kennen.
Lees je mee?Goeiedag allemaal, ik zal mij eerst even voorstellen, mijn naam is Marinus Hulshof, in het dorp noemen ze mij Rini.
Ik ben geboren, in het pand Hoofdstraat 43, het toenmalige Café Kroezenga, destijds waren er twee woningen in het pand, links en rechts, aan de rechterkant ben ik dus geboren.
De laatste uitbater van het café was de heer Roossien, hij heeft de deuren gesloten rond 1955. Uiteraard kan ik mij niets meer herinneren van mijn eerste jaren in Drouwenerveen, ik weet wel dat wij 2 jaar na mijn geboorte zijn verhuisd naar de linkerkant van deze woning.
Op een zekere dag liep ik als klein kereltje om het huis en heb een bordje met korreltjes gevonden, ik schijn gedacht te hebben dat het snoepjes waren en heb ze dus opgegeten. Mijn moeder zag dat ik helemaal rood/blauw om mijn mond was, dat was goed Fout………, het waren rattengif korrels, ……… jullie begrijpen het wel, ik moest direct naar de dokter. Die ouwe dokter Mulder heeft kordaat opgetreden en mijn maag “gespoeld”. Ik kan het mij gelukkig niet meer herinneren.
Jonge Rini Ook destijds was ik graag buiten en het gazen hekwerk, waar achter ik mocht spelen, scheen voor mij geen belemmering te zijn, daar had ik al snel een gaatje gevonden waardoor ik naar buiten kon komen. Zo kwam er weer zo’n dag voorbij dat ik iets te dicht bij de sloot in de buurt kwam. U raadt het al, voor dat mijn moeder er erg in had kon zij mij uit de natte moddersloot vissen.
Wordt vervolgd.